Voortplanting
PLANNING
| Week | taken | oefenen |
|---|---|---|
| 40 | Paragraaf 8.1 incl. practicum 1 | begrippen: - primaire geslachtskenmerken, -secundaire geslachtskenmerken en de verschillende kenmerken opnoemen |
| 41 | Paragraaf 8.2 | onderdelen mannelijke en vrouwelijke geslachtsorgaan |
| 42 | HERFST VAKANTIE | |
| 43 | extra bij paragraaf 8.2 | |
| 44 | REFLECTIE WEEK | |
| 45 | paragraaf 8.3 | begrippen: bevruchting, voorbehoedsmiddel |
| 46 | practicum bij paragraaf 8.3 | |
| 47 | praktische opdracht: voorlichtings folder | alle begrippen van voorgaande paragrafen |
| 48 | paragraaf 8.4 | zwangerschap, verloop van de zwangerschap en onderdelen baarmoeder tijdens zwangerschap |
| 49 | paragraaf 8.5 | begrippen: chromosomen,bouwbeschrijving, syndroom van down |
| 50 | maken van begrippenlijst/ samenvatting | herhalen hele hoofdstuk |
| 51 | Toets thema 8 |
Introductie:
In de pubertijd verandert je lichaam. Vanaf die tijd kun je ook kinderen krijgen met iemand van het andere geslacht.
In dit hoofdstuk ga je meer leren over hoe je lichaam verandert tijdens de pubertijd en hoe een nieuw mensen leven ontstaat.
Doelstelling:
Aan het einde van dit thema;
* Kun je in je eigen woorden uitleggen wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn.
* Kun je de verschillende geslachtskenmerken bij jongens en meisjes benoemen.
* kun je de onderdelen benoemen van het mannelijke voortplantingsstelsel bij mensen.
* kun je de onderdelen benoemen van het vrouwelijke voortplantingsstelsel bij mensen.
* kun je de uitleggen hoe bevruchting tot stand komt en wat daarvoor nodig is.
* kun je stapsgewijs de menstruatiecyclus uitleggen.
* kun je kun je de onderdelen benoemen bij een afbeelding van een foetus in de baarmoeder.
* kun je het verloop van een zwangerschap opsommen.
* kun je de verschillende anticonceptie middelen opnoemen en aanwijzen/ herkennen in een afbeelding.
* kun je vertellen wat een soa is en hoe je die kunt voorkomen
* kun je uitleggen hoe het komt dat je op je ouders lijkt.
Evaluatie
Om goed te zien of je de stof (Doelstellingen) goed begrepen hebt;
* Maak je van elke paragraaf alle opdrachten + de "Test jezelf" opdrachten.
* Maak je een praktische opdracht, een folder waarin je voorlichting geeft over dit onderwerp.
* Sluiten we af met een Proefwerk.
